Verkleinwoorden
Van de meeste zelfstandige naamwoorden kan je de vorm verkleinen. Dit noem je verkleinwoorden. Verkleinwoorden kunnen gemaakt worden met -tje, -etje, -pje, -kje en -je.
Welke achtervoegsel je gebruikt hangt van het woord en van de klank af.
De meeste verkleinwoorden zijn makkelijk te maken. Je zet achter het woord -je of -tje.
huis - huisje
trein - treintje
zus - zusje
broer - broertje
Woorden die eindigen op -m krijgen vaak -pje
boom - boompje
schuim - schuimpje
raam - raampje
kraam - kraampje
Woorden die eindigen op -ing krijgen vaak -etje of -nkje
ding - dingetje
kring - kringetje
ketting - kettinkje
koning - koninkje
Woorden met een korte klank, krijgen vaak een verdubbeling van de medeklinker
ster - sterretje
zon - zonnetje
kar - karretje
vlam - vlammetje
Woorden die eindigen op o,a of u krijgen vaak een extra klinker bij
radio - radiootje
auto - autootje
paraplu - parapluutje
schema - schemaatje
pinda - pindaatje
Woorden die eindigen op -i krijgen van -ie als ze verkleind worden
taxi - taxietje
kiwi - kiwietje
Woorden die eindigen op -y krijgen vaak een apostrof
baby - baby'tje
sherry - sherry'tje
Woorden bestaande uit cijfers of afkortingen krijgen ook vaak een apostrof
a4 - a4'tje
tv - tv'tje
Maak jouw eigen website met JouwWeb